November, maand van de diabetes patiënt
Wat is suikerziekte precies:
Bij de vertering in de darmen wordt voedsel afgebroken tot voor het lichaam bruikbare bouwstenen. De koolhydraten worden voornamelijk afgebroken tot een suiker dat we glucose noemen. Glucose word in het bloed opgenomen, en na een maaltijd stijgt de hoeveelheid glucose in het bloed.
Voor de lichaamscellen is glucose bijna niet onmisbaar, niet alleen als bouwsteen maar ook als brandstof. De spiercellen en vetcellen nemen alleen glucose op uit het bloed als ze daartoe door het hormoon insuline worden aangezet. Insuline wordt gemaakt in de alvleesklier en zorgt ervoor dat de glucose binnen nauwe grenzen blijft.
Als er te weinig insuline wordt gemaakt in de alvleesklier stijgt de hoeveelheid glucose in het bloed en spreken we van suikerziekte/ diabetes. Bij suikerziekte is dus de hoeveelheid glucose in het bloed te hoog, maar in de spier en vet cellen te laag.
Verschijnselen bij suikerziekte:
Als er veel glucose in het bloed aanwezig is zal er via de nieren glucose met de urine verloren gaan. De glucose trekt extra vocht mee waardoor de hond of kat meer gaat plassen. Om niet uit te drogen zal het dier dus ook meer gaan drinken. Omdat glucose een belangrijke brandstof is die nu verloren gaat zal het dier gewicht gaan verliezen ondanks meer eten. Uiteindelijk verliest het dier de eetlust en wordt ernstig ziek.
Belangrijkste verschijnselen zijn:
- veel drinken
- veel plassen
- honger (in 1e instantie)
- vermageren
- ernstig ziek zijn, braken (later stadium)
De diagnose:
De waargenomen verschijnselen wijzen vaak al in de richting van suikerziekte maar kunnen ook bij andere aandoeningen voorkomen. Om dit met zekerheid vast te stellen zal er een bloedonderzoek en urine onderzoek gedaan worden.
Hoe ontstaat suikerziekte bij een dier?
Niet in alle gevallen is het duidelijk hoe suikerziekte ontstaat. Soms breekt het afweersysteem de cellen van de alvleesklier af waardoor de alvleesklier zijn werk niet goed meer kan doen. In andere gevallen leiden andere ziekten of behandeling met bepaalde medicijnen tot het ontstaan van suikerziekte. Medicatie kan soms de werking van insuline tegengaan. Hierdoor gaat de alvleesklier zijn productie verhogen en raakt dan op den duur uitgeput. Door het gebrek aan insuline krijg het dier dus suikerziekte. Bij het syndroom van Cushing produceren de bijnieren teveel van het hormoon cortisol. Cortisol vermindert de gevoeligheid van cellen voor insuline. Ook de behandeling van een dier met bijnierschorshormonen (zoals dexamethason of prednisolon), door dierenartsen onder andere vaak gebruikt om jeuk en bepaalde ontstekingen tegen te gaan, kunnen bij langdurig gebruik leiden tot het ontstaan van suikerziekte.
Bij teven die niet gecastreerd zijn zien we vaker suikerziekte. De oorzaak hiervan is dat een teef die loops wordt nog een week of 8 progesteron blijft produceren wat het groeihormoon stimuleert. Dit hormoon gaat net als de bijnierschorshormonen de werking van insuline tegen. Als een teef suikerziekte krijgt is castreren soms voldoende om de suikerziekte te laten verdwijnen. Echter als de alvleesklier al uitgeput raakt voordat de diagnose gesteld wordt is verder behandeling noodzakelijk.
De behandeling:
Suikerziekte wordt dus veroorzaakt door een tekort aan insuline. Daarom moet dit tekort dagelijks op vaste tijdstippen worden aangevuld met een insuline injectie. Krijgt uw dier de diagnose suikerziekte dan krijgt u op de praktijk les van ons om te leren insuline te spuiten. Maar ook hoe u tussen de controles op de praktijk zelf het bloedsuikergehalte van uw dier zelf kunt meten. De hoeveelheid insuline is afgestemd op de hoeveelheid voeding en beweging van uw dier. Het is belangrijk dat uw dier een voeding krijgt met constante samenstelling en de beweging dagelijks hetzelfde is. Een toename van beweging zorgt ervoor dat de bloedsuikerspiegel te sterk daalt en er een hypoglycemie ontstaat.
Om de behandeling van uw dier optimaal in te stellen is het voor de dierenarts van belang goed onderzoek te doen naar de oorzaak van de suikerziekte. Tabletten zoals ze bij mensen voorschrijven om de insuline productie te simuleren helpen helaas niet bij honden. daarom wordt er altijd overgegaan op insuline inspuiten. Er is een hele handige insulinepen de VetPen® op de markt gebracht door MSD® waardoor u altijd de juiste dosering kunt spuiten.